Bron: Trouw, door Edwin Kreulen – 1 december 2017

Interview: Sidney Tetelepta mag van de VN zijn hond mee naar binnen nemen in het restaurant, de apotheek en zelfs de dierentuin. Maar een recht krijgen blijkt iets anders dan een recht hebben.

Sidney Tetelepta en zijn hond Bas. Bij de chinees op de hoek mag Bas niet naar binnen. © arie kievit

“Ja kom nou, ik ben 47 jaar, ik ga toch niet aan iemands arm een apotheek inwandelen? ” Dat zegt Sidney Tetelepta als hem de mogelijkheid wordt voorgelegd dat hij zijn zwarte labrador Bas even buiten kan parkeren terwijl hij in de apotheek zijn medicijnen ophaalt. Want dat overkwam hem: de apotheker wilde hem niet toelaten.

Tetelepta ging er niet mee akkoord: de hond die hem begeleidt vanwege zijn oprukkende slechtziendheid – ‘je kunt me nu bijna blind noemen’ – en hij zijn onafscheidelijk. Hij heeft praktische argumenten: zo’n goed opgeleide hond, die kost al snel twintigduizend euro. “Dat ga ik niet buiten zetten.” Maar het gaat hem vooral om het principe. “Ik heb ook het recht om naar binnen te gaan met de hond, ik ben gelijk aan de andere bezoekers.”

Niet in de ontbijtzaal
Sinds vorig jaar staat Tetelepta ook in zijn recht: sinds het VN-verdrag inging moeten ook particuliere instanties de assistentiehonden toelaten. Dat gaat niet vanzelf, blijkt uit de bijna 200 klachten die Tetelepta verzamelde namens zijn Stichting Gebruikers Assistentenhonden. De meeste klachten gaan over restaurants. Tetelepta: “Maar ook supermarkten, huisartsen, tandartsen.” Het college voor de rechten van de mens vermaande een hotelketen omdat een slechtziende vrouw haar assistentiehond niet mocht meenemen in de ontbijtzaal. Hetzelfde gold voor de weigering van de hulphond door dierentuin Artis.
Namens zijn stichting deed Tetelepta mee aan een proef met honden in de Amsterdamse dierentuin. Conclusie: de vogels en apen worden er niet overdreven gestresst van. Artis laat de assistentiehond nu toe. “Ben ik blij mee, maar helaas blijft het een uitzondering”, zegt Tetelepta. “Ik heb een andere dierentuin de uitspraak voorgelegd, maar men blijft weigeren.”

Niet bindend
Dat is een probleem: de uitspraken van het college zijn niet bindend. “Men kan het naast zich neerleggen, en dat gebeurt ook. Vaak is het onwetendheid, maar zelfs als ik zeg hoe de wet in elkaar zit wil men niet meewerken. Men zegt ‘ach in Den Haag worden dan misschien wel dingen besloten, maar wij hoeven ons daaraan niet te houden’.”
Tetelepta noemt het bijna ondoenlijk om steeds weer opnieuw de discussie aan te gaan over zijn hond. “Deze wet zou je eigenlijk moeten handhaven. Ik ben wel eens bij de politie geweest, maar daar konden ze geen aangifte opnemen. ‘U bent niet geweigerd’ zeiden ze.”

Onrein
Tetelepta laat het er niet bij zitten. Zijn apotheker ging na een gesprek om: Bas is welkom. Restaurants blijven een probleem. “En de supermarkt, waar de beveiliging Bas niet naar binnenlaat. Bel ik met de leiding, die zegt ‘oh maar ons beleid is dat de hond mee naar binnen mag’. Gaat het een week goed, word ik daarna weer geweigerd.” Beveiligers met een moslimachtergrond zijn volgens de Zuid-Hollander extra kritisch. “Die vinden een hond onrein vanwege hun geloof. Ik ben in gesprek met een imam om dat bij te sturen, gelukkig steunt die mij. Ik hoop dat steeds meer mensen goede informatie krijgen, zodat wij niet elke keer hoeven te strijden om ergens binnen te komen.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *